Prioloog
‘Het is hier te gevaarlijk voor een stel kinderen, ze zullen vermoord worden’ zei een raadsman.
‘Ik weet het, ik weet het, maar wat kunnen we er aan doen?’ zuchtte koning August.
Ze zaten in de Grote Raadszaal, allemaal samen met in totaal vier koningen en hun vrouwen.
De zaal was versierd met bladgoud en in het victoriaans,
en de muren zagen er oud en toch ook nieuw uit, doordat er een blauwe lak op zat.
‘We kunnen ze toch onmogelijk in het niets doen oplossen?, het is ook gevaarlijk om ze jarenlang onzichtbaar te maken.’ Vertelde Koningin Elisa.
Plots klonk er een alarm. Het was het opstandalarm. Ze vielen vaak aan, en men vermoedde dat het mensen waren zonder magie. Die beschuldigden het koninklijk huis en hun bontgenoten. Maar in werkelijkheid was het dat ze geen magie hadden omdat het té zwak was om met de persoon mee te groeien.
‘Niet weer!’ jammerde de raadsman. Koning August was snel. Hij riep: ‘Iedereen naar de schuilkelders!’
Hijzelf en de koningsparen gingen een geheime kamer binnen.
‘Dit kan zo niet langer. We moeten iets doen en snel!’ mopperden ze.
‘Ik denk dat het beter is als we ze onderbrengen. Ergens waar het veilig is om op te groeien.’ Meende Elisa.
‘Ik weet het niet hoor, ze zijn nog zo jong.’ Zuchtte haar vriendin.
‘Fleur ’s zus is al ontvoerd,als we haar nog kwijtraken, hebben we geen kind meer.’ Snauwde Elisa.
‘Elisa, rustig, schat. Je bent Gestresseerd.’
'Natuurlijk, in dezetoestand!’ beet ze hem toe. ‘maar we moeten ze ergens onderbrengen, in deze situaties kunnen ze niet leven.’ ‘Hoe zou je dat dan doen, en met wie?’ vroeg een andere vriendin en koningin.
'Ik zou ze in een land hier ver vandaan zetten, en met wie? Simpel, hun bewakers.’ Ze hoorden voetstappen, en dan schoten. Ze werden muisstil. Je kon alles horen wat er in de Grote Raadszaal gebeurde. Een knal, en dan geschreeuw.
En dan, geen geluid, tot plots, er ramen werden ingeslagen.
‘Je hebt gelijk, Elisa. We zullen dat plan moeten volgen.’ Zeiden ze allemaal.
‘Ik weet het, ik weet het, maar wat kunnen we er aan doen?’ zuchtte koning August.
Ze zaten in de Grote Raadszaal, allemaal samen met in totaal vier koningen en hun vrouwen.
De zaal was versierd met bladgoud en in het victoriaans,
en de muren zagen er oud en toch ook nieuw uit, doordat er een blauwe lak op zat.
‘We kunnen ze toch onmogelijk in het niets doen oplossen?, het is ook gevaarlijk om ze jarenlang onzichtbaar te maken.’ Vertelde Koningin Elisa.
Plots klonk er een alarm. Het was het opstandalarm. Ze vielen vaak aan, en men vermoedde dat het mensen waren zonder magie. Die beschuldigden het koninklijk huis en hun bontgenoten. Maar in werkelijkheid was het dat ze geen magie hadden omdat het té zwak was om met de persoon mee te groeien.
‘Niet weer!’ jammerde de raadsman. Koning August was snel. Hij riep: ‘Iedereen naar de schuilkelders!’
Hijzelf en de koningsparen gingen een geheime kamer binnen.
‘Dit kan zo niet langer. We moeten iets doen en snel!’ mopperden ze.
‘Ik denk dat het beter is als we ze onderbrengen. Ergens waar het veilig is om op te groeien.’ Meende Elisa.
‘Ik weet het niet hoor, ze zijn nog zo jong.’ Zuchtte haar vriendin.
‘Fleur ’s zus is al ontvoerd,als we haar nog kwijtraken, hebben we geen kind meer.’ Snauwde Elisa.
‘Elisa, rustig, schat. Je bent Gestresseerd.’
'Natuurlijk, in dezetoestand!’ beet ze hem toe. ‘maar we moeten ze ergens onderbrengen, in deze situaties kunnen ze niet leven.’ ‘Hoe zou je dat dan doen, en met wie?’ vroeg een andere vriendin en koningin.
'Ik zou ze in een land hier ver vandaan zetten, en met wie? Simpel, hun bewakers.’ Ze hoorden voetstappen, en dan schoten. Ze werden muisstil. Je kon alles horen wat er in de Grote Raadszaal gebeurde. Een knal, en dan geschreeuw.
En dan, geen geluid, tot plots, er ramen werden ingeslagen.
‘Je hebt gelijk, Elisa. We zullen dat plan moeten volgen.’ Zeiden ze allemaal.
1
Ik was zestien. Ik snapte niet waarom ze zeggen: “Sweet sixteen.”
Er is er niks geweldigs aan. Je bent nu gewoon zestien jaar ouder dan je geboorte.
De meesten zeggen: ‘We hebben zo veel vrijheid nu.’
Ik niet. Ik was allang vrij om te gaan en te staan waar ik wou. Als ik maar op tijd thuis kwam.
Mijn lieve vader en moeder gaf me alles wat ik wou.
Vrijheid, liefde, vriendschap… zelfs een huisdier.
Mijn beste vrienden, Lucy en Skye, zorgden dat ik nooit problemen had.
Lucy was een meisje met rood haar, schitterende blauwe ogen waar er altijd glinsteringen in zaten en sproeten. Skye had honingblond haar, -net zoals mij-lange wimpers en hij was heel gespierd.
Ze woonden dicht bij mij, maar drie staten verderop. Ze waren buren.
Ik woonde in een chique buitenwijk van Londen. Ik kwam daardoor veel culturen van toeristen tegen.
Ze bezochten verschillende dingen, maar nooit het mooiste deel ervan.
Natuurlijk zijn de kroonjuwelen prachtig, en Big Ben fascinerend, maar je moest vooral Middle Temple Hall bezoeken. Je zou denken dat rijkeluismeisjes niet van geschiedenis houden, maar dit is een groot cliché. Ze kunnen slim zijn en toch mode bewust. Namen ze maar in de boeken en films een voorbeeld aan mij. Altijd hetzelfde liedje dat een arm meisje slim was, en de rijkeluiskinderen dom.
Echt een no-go voor mij. Het was zaterdag 23 mei en het was 18 graden. Eindelijk eens mooi weer. Zoals gewoonlijk pakte ik mijn blauwe brommer die ik voor mijn verjaardag gekregen had, en reed naar Luce.
Haar huis was bijna even groot als waar ik in woonde, die ook een binnen- en buitenzwembad had, maar hij had minder kamers.
Ik drukte op de bel. En pakte mijn sleutel. We mochten, omdat onze vaders broers waren, een eigen huis sleutel hebben van hun huis. Het enige wat we moesten doen was aanbellen, je huis sleutel pakken en met je kaart inchecken.
‘Hoi, Luce, zullen we die schets waar maken?’ vroeg ik haar toen ik mijn grief in de keuken had gezet en haar daar tegen kwam. Lucy en ik hielden van schrijven en modeontwerpen. We waren altijd blij als er een mode show was, dan gingen we daar naartoe en gaven we verschillende commentaren, zoals: “noem je dat een jurk? Die heeft gewoon een zak aan getrokken.” Of: “haar makeup is zó oubollig!”
We hadden een kleedje ontworpen voor het schoolbal, waar het thema was: “Whoos magical or not, you decide!” en we hadden gekozen voor feeën. Niet zo maar een feeën-pakje, maar een avondjurk met effecten en bewegende vleugels.
Lucy’s moeder was ingenieur, en ze had zelfs voorgesteld om ons te helpen.
‘J-ja, ik ging eigenlijk net naar jou toe om hetzelfde te vragen.’ Antwoordde ze. Oei. Als ze stotterde was er een probleem. Ze deed een dappere poging om te liegen, maar ik wist wel beter.
De meesten zeggen: ‘We hebben zo veel vrijheid nu.’
Ik niet. Ik was allang vrij om te gaan en te staan waar ik wou. Als ik maar op tijd thuis kwam.
Mijn lieve vader en moeder gaf me alles wat ik wou.
Vrijheid, liefde, vriendschap… zelfs een huisdier.
Mijn beste vrienden, Lucy en Skye, zorgden dat ik nooit problemen had.
Lucy was een meisje met rood haar, schitterende blauwe ogen waar er altijd glinsteringen in zaten en sproeten. Skye had honingblond haar, -net zoals mij-lange wimpers en hij was heel gespierd.
Ze woonden dicht bij mij, maar drie staten verderop. Ze waren buren.
Ik woonde in een chique buitenwijk van Londen. Ik kwam daardoor veel culturen van toeristen tegen.
Ze bezochten verschillende dingen, maar nooit het mooiste deel ervan.
Natuurlijk zijn de kroonjuwelen prachtig, en Big Ben fascinerend, maar je moest vooral Middle Temple Hall bezoeken. Je zou denken dat rijkeluismeisjes niet van geschiedenis houden, maar dit is een groot cliché. Ze kunnen slim zijn en toch mode bewust. Namen ze maar in de boeken en films een voorbeeld aan mij. Altijd hetzelfde liedje dat een arm meisje slim was, en de rijkeluiskinderen dom.
Echt een no-go voor mij. Het was zaterdag 23 mei en het was 18 graden. Eindelijk eens mooi weer. Zoals gewoonlijk pakte ik mijn blauwe brommer die ik voor mijn verjaardag gekregen had, en reed naar Luce.
Haar huis was bijna even groot als waar ik in woonde, die ook een binnen- en buitenzwembad had, maar hij had minder kamers.
Ik drukte op de bel. En pakte mijn sleutel. We mochten, omdat onze vaders broers waren, een eigen huis sleutel hebben van hun huis. Het enige wat we moesten doen was aanbellen, je huis sleutel pakken en met je kaart inchecken.
‘Hoi, Luce, zullen we die schets waar maken?’ vroeg ik haar toen ik mijn grief in de keuken had gezet en haar daar tegen kwam. Lucy en ik hielden van schrijven en modeontwerpen. We waren altijd blij als er een mode show was, dan gingen we daar naartoe en gaven we verschillende commentaren, zoals: “noem je dat een jurk? Die heeft gewoon een zak aan getrokken.” Of: “haar makeup is zó oubollig!”
We hadden een kleedje ontworpen voor het schoolbal, waar het thema was: “Whoos magical or not, you decide!” en we hadden gekozen voor feeën. Niet zo maar een feeën-pakje, maar een avondjurk met effecten en bewegende vleugels.
Lucy’s moeder was ingenieur, en ze had zelfs voorgesteld om ons te helpen.
‘J-ja, ik ging eigenlijk net naar jou toe om hetzelfde te vragen.’ Antwoordde ze. Oei. Als ze stotterde was er een probleem. Ze deed een dappere poging om te liegen, maar ik wist wel beter.
We voelden en vulden elkaar goed aan; daar was ik vooral blij om.
We waren toch het tegengestelde, maar dat maakte het juist leuk.
‘F-Fleur?’ hakkelde ze. Ik keek op. Die toon herkende ik goed. Het was het toontje dat ze iets vergeten was.
‘Ja, Luce?’ vroeg ik.
‘Het spijt me, maar ik ben de stoffen vergeten…’ kniesde ze. Ze zat er blijkbaar mee in, want ze hing haar hoofd naar beneden.
‘Geeft toch niet. Kom, dan gaan we er samen achter.’ Troostte ik.
‘Er is ook nog een probleem met de ontwerpen, Fleur.’ Jammerde ze.
‘Wat dan Luce?’ ik kon het niet meer aan zien.
Mijn beste vriendin en nicht was om elke minuut dat verstreek meer en meer ineen gekrompen.
‘Het is vast niet erg. Kom, toon het me.’ Beval-troostte ik.
De voordeur sloeg dicht. Het was vast Lucy’s moeder, want ik hoorde hakken.
En inderdaad, de deur naar de keuken ging open en daar was haar moeder. Piekfijn gekleed en met lichte make-up. Ze had toch tenminste iets bij geleerd. Vroeger droeg ze zware make-up, flink opgedoft en paarse oogschaduw. En het was erger dan het klinkt.
Opeens rinkelde mijn GSM. Het was vast mijn vader, die vroeg waar ik was.
nope, niet mijn vader maar mijn moeder. ik pakte mijn gsm op, maar ze had afgelegd.
waarschijnlijk wou ze naar iemand anders bellen. ze kon niet erg goed met gsm’s overweg.
dat gold ook helaas voor andere elektrische toestellen. We bestelden vaak iets omdat het eten was aangebrand.
We gingen naar boven. haar kamer lag helemaal overhoop. Ik hielp haar kamer op te ruimen en vroeg: ‘Ben je ze kwijt, Lucy?’ vroeg ik haar.
‘Ja.’ piepte ze, toen we op haar netjes opgemaakte bed zaten.
‘Komaan, kop op. Dan tekenen we dat toch opnieuw, ik vond een paar dingen toch minder.’ beweerde ik.
Ze keek op, en zette een droevig glimlachje op.
'Jij bent zo een lieve vriendin. Als er iets is, help je me meteen. Zoals die keer dat ik liefdesverdriet had, en jij bent gewoon dag én nacht bij me gebleven.' zei ze.
dat was waar. Ze jankte de hele tijd, wiegend heen en weer. Ze was toen echt een wrak.
Hij had haar bedrogen. Met een vriendin. Nee, niet ik, maar vroeger waren we met z'n drieën. Onafscheidelijk. Toen we erachter kwamen waren we boos, vooral omdat ze Lucy niet gewaarschuwd had dat hij een ontzettende klootzak was. Zij is een van de grootste bitches die ik ken, en ik heb niet echt vaak een hekel aan mensen. Ellen. Ik had gezworen tegen Luce dat ik voor haar wraak zal nemen. Die wraak zal zoet zijn voor Lucy e"n mij. Ik was een meester in wraak nemen. Op mijn zesde heb ik een meisje die me peste, aangepakt. Ze is naar mijn weten nooit gelukt om de verf uit haar haar te krijgen.
‘Lucy, over liefde gesproken… ben je verliefd? op die nieuwe jongen?’
Jorn was de nieuwe jongen, en ik had gezien dat Lucy zat te zwijmelen toen hij haar passeerde.
Boenk…
Ik hoorde stappen.
maar Lucy had het niet gehoord en antwoordde: ‘Hoe weet je dat, is het zo opvallend?’
‘Sst.’ siste ik. Ik pakte het eerste wat ik zag (toevallig was dat Lucy’s kussen) en sloop naar de deur.
deed hem open en... sloeg in de persoon zijn gezicht.
'Ben je bezig met een kussengevecht of zo?
Ik zag wie het was. Skye. oeps...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten