Season time: fragment
lente
Lente, Lente!
Waar zit je?
“Ik zit hier,
mama! “roept Lente en ze staat recht uit het dorre gras. Ze legt de
madeliefjesketting weer op het gras en loopt naar haar moeder.
Mama slaakt
een zucht en legt haar handdoek neer.” Je had beloofd om me te helpen!”
Ik weet het,
ik weet het.
Maar…?
“Ik kon het
gewoon niet laten om naar buiten te gaan en van de laatste prachtige lentedagen
genieten”, zei ze terwijl ze de madeliefjeskroon op haar hoofd zette.
Typisch jij
hé.
Het spijt me
mama …
Kom je me nu
helpen?
Ja, mama. Ze
volgt haar mama naar de keuken maar voor ze het huis in gaat, kijkt ze nog eens
naar de prachtige tuin: de grote appelboom die in het midden van de tuin staat
met zijn prachtige wit – roze bloesems, het madeliefjes-tapijt in het gras waar
de bijen druk bezig zijn met stuifmeel te verzamelen. De struiken, het kleine
vijvertje, de rode-rozenstruik en haar lieveling: de oude treurwilg helemaal op
het einde van de tuin. Lente is gek op die afhangende blaren en in het midden
van de boom zit een gat, een heel groot gat waar ze vroeger, als ze nog een
klein meisje was, inkroop. Het was de plaats waar ze zich altijd verstopte
wanneer ze met haar broer verstoppertje speelde.
–Lente!!!.
Ja, Ja ik
kom. Ze wierp nog een laatste blik op de tuin en … Mama, mama, kijk!
Mama loopt de keuken uit en gaat naast
haar dochtertje Lente staan. Wat is er nu weer?
-Daar! zie je
het dan niet?
-Wat, waar?
Daar naast de rozenstruik, een dier een super raar dier! Het dier was een soort
vos met de oren van een konijn en de kraaloogjes van een beer. Het dier had een
grijze vacht met een zilveren schijn er op.
Waar,
Ik zie helemaal geen dier! Kom ga naar binnen.
Het dier
knipoogt naar Lente en glimlacht.
Haar mond
valt open van verbazing en haastig pakt ze haar mama’s hand stevig beet. Mama
zie je dat ook?
Geërgerd
kijkt mama haar dochter aan? Wat?
Het dier
knipoogde naar mij!
Je droomt
weer! Kom nu meteen naar binnen!
Ja, mama!
Boos gaat ze terug naar binnen.
Neem het
mooiste bestek uit. Commandeert ze Lente terwijl ze de taart met slagroom en
kersen versiert.
Waarom?
Vraagt Lente, ze halen bijna nooit het zilveren bestek dat ze van haar
grootouders hadden gekregen uit, alleen maar op speciale gelegenheden.
Mama kijkt op
van de prachtig versierde en heerlijk uitziende taart. Omdat je broer vandaag
jarig is.
Lente krijgt
een steek in haar buik en ze zucht.
Ben je dat
vergeten? Vraagt moeder terwijl ze naar de grote tafel loopt.
Ja, zegt ze
langzaam. Ze voelt haar wel wat schuldig, haar broer is een super goede vriend
een helpende hand van wanneer ze nog in de luiers zat. En nu was zij zijn
verjaardag vergeten. Hoe kon ze?
Mama ziet dat
Lente wat overstuur is en zegt vlug: maar je kunt nog alles goedmaken.
Echt, maar
hoe?
Door me te
helpen.
Uit de grote
bruine antieke kast die midden in de woonplaats staat, neemt ze het mooie
zilveren bestek en de met goud omrande bordjes. Ze zet die op tafel en plooit
de servetjes tot mooie kunstwerkjes.
- Eindelijk
klaar! Zegt ze maar ze voelt dat er iets ontbreekt.
Ze kijkt naar
de tafel: bordjes … check, bestek …. Check, servetjes … check, kaarsen,
glazen... check, check maar wat …. Natuurlijk de bloemen. Geen feesttafel is af
zonder bloemen.
Ze loopt rap
naar buiten om haar lievelingsbloemen - de grote rode rozen - af te snijden en
samen met een paar hyacinten, orchideeën en kleine zonnebloemen heeft ze al
gauw een prachtig boeket.
-Mama.
Mama komt
vanuit de keuken en ziet de goed gedekte tafel
-Wat goed
lente, je broer zal zeker gelukkig zijn met deze tafel maar kun je nog één
dingetje voor me doen? Zou je nog naar beneden van de heuvel willen gaan om de
cadeaus te gaan kopen?,
Ja tuurlijk, Lente knikt.
Bedankt,
hier is de lijst.
Mag ik dan wel naar het open veld? Het open
veld is één van lentes lievelingsplaatsen, omdat het daar zo mooi is en er heel
veel mooie bloemen en bomen staan …, maar ook omdat Daylan daar vaak is zijn
bruine krulhaar, zijn zomersproeten … Daylan…. Daylan…
Lente… oké… Misschien, ga eerst de cadeaus
halen en dan zullen we wel zien.
Ze loopt
vlug naar de voordeur... dag mama! Hoe sneller ze terug is hoe sneller ze bij
haar Daylan kan zijn.
Mama loopt haar achterna Lente... wacht, je
vergeet je geld.
O, Bedankt, ik moet me haasten want straks is
Daylan op het open veld.
- Oké ga maar na de cadeautjes naar het open
veld.
Oh, bedankt, Joepie! Ze vliegt om
haar mama’s hals.
Ga nou maar.
Daag. Zegt Lente en rent naar
buiten.
Zomer
Ik ben weg! roept Summer en ze loopt
haastig naar de voordeur.
Veel plezier Summer en doe
voorzichtig, ik hou heel veel van je! Roept haar mama haar nog achterna.
Zal ik doen. En ik hou ook van jou.
Ze gooit de voordeur met een stevige klap dicht en loopt met haar overvolle
valies de straat op.
Ik heb
toch wel wat te veel mee, denkt Summer, terwijl ze de zware tas op wieltjes de
drempel over probeert te sleuren. Wat heb ik ook alweer mee? Een volleybal voor
op het strand, een opblaasbare luchtmatras en nog een klein opblaasbaar
balletje voor in het water te spelen, kleren voor een week; warme en koude, een
regenmantel, stapschoenen, mijn mooie nieuwe gele ballerina’s en een kleurrijk
bloemenjurkje voor de laatste avond. Dat is een dansavond en ze hoopt stiekem
dat Peter haar gaat
vragen want je moet een partner hebben. Die valt gelijk met haar lievelings dag
van het jaar: 21 juni, de eerste dag van de zomer. Ze loopt wat te dromen en
let niet op het drukke verkeer op de straat. Plots stopt er een chique auto
vlak voor Summer en de deur vliegt open. Summer springt rap opzij en ….
Hé Summer! een rosharig meisje
van 12 jaar - even oud als Summer - stapt uit de auto en probeert een al even
grote tas als Summer van de achterbank van de wagen op de grond te krijgen. Hij
is rood met witte bolletjes en aan de rits zit een kaartje met haar naam en
adres op.
Dag Sophie, probeert Summer er zo
rustig mogelijk uit te brengen, want ze was wel erg geschrokken van die auto.
Sophie is haar beste vriendin. Ze zijn al ongeveer 7 jaar bevriend.
Het meisje heeft altijd vlechtjes in. Ze heeft grote, groene
ogen en heel veel zomersproetjes, net als Summer.
Ga je mee naar Eva? Vraagt Sophie. Het is haar eindelijk
gelukt die zware tas op de begane grond te krijgen.
Ja, maar waarom gaan we niet meteen naar school?
Omdat ik
het haar beloofd heb. Zegt Sophie
Mij best, maar ik wil gewoon niet te
laat komen: dit is echt een buitenkans!
Ja, echt wel! Zegt Sophie opgewonden.
Ons laatste schoolreisje voordat we naar de grote middelbare school gaan.
Sophie, Summer en Eva hebben besloten om naar de zelfde school te gaan en de
zelfde richting te volgen, zodat ze in elkaars klas kunnen zitten. Ze lopen een
tijdje te kletsen maar al gauw komen ze aan het huis van Eva.
Daar is haar huis. Eva’s huis is een
gewoon rijtjeshuis en heeft een rode gevel. Op de vensterbanken staan hyacinten
in bloempotten met verschillende kleuren. De voordeur is van eik gemaakt. De
voordeur gaat open en de meisjes doen een stapje achteruit.
-Hoi, Summer
en Sophie. Ik kijk zo uit naar ons schoolreisje. Gaan we wel
samen blijven en in de zelfde kamer slapen?
“Trouwens,” Eva haalt een roze zakje uit met witte kant. Hier
is een ketting met onze kenmerken”: een zon voor Summer, een shoptas voor
Sophie en lipstick voor mij. Eva’s mondje staat bijna nooit stil en haar
karakter is heel positief, ze ziet het leven door een roze bril en kan pessimistische
mensen niet uitstaan.
Bedankt Eva! Roepen haar vriendinnen in koor.
Och t’ is niets. Ze begint een beetje te blozen.
Summer kijkt op haar horloge en ze
schrikt -Oei, is het al zo laat?
O nee, kom we moeten ons haasten! Alle drie stappen ze zo rap
ze kunnen de straat op in de richting van de school. Hun zware valiezen maken
de wandeling niet gemakkelijker.
Oef! Net op tijd. zegt Summer helemaal buiten adem. Ze geven
hun valiezen aan de bus bestuurder en stappen de bus in. Hier, roept Sophie een
plekje voor 3 personen helemaal op de achterbank.-Wat, zegt Summer, is die nog
vrij dan? –super!!!De meisjes zijn door het dolle heen...
Op naar de zee!
Lekker zonnen! zegt Summer
Mmm, de gedachte alleen al! Zegt Sophie.
Summer!
Wat?!
“Zal het daar lekker eten zijn?”
Ik denk het wel gekkie, zegt Summer, terwijl
de laatste leerlingen de bus in stappen en een plaatsje zoeken. Ook hun juf
Hazel komt de bus in. Sophie en Eva mogen juf Hazel wel maar Summer kan haar
niet uitstaan. Ze is altijd heel donker gekleed en heeft het uiterlijk van een
heks. Boven op haar bovenlip zit een pukkel met daar 3 haartjes in, Summer
vindt het vreselijk. Ook is ze veel te mager en Summer beweert dat als ze kwaad
is haar ogen veranderen van bruin in rode ogen en dat daar dan allemaal kleine
vlammetjes in dansen, Ze griezelt echt van die vrouw.
Wanneer iedereen een plaatsje
heeft gevonden zegt ze met haar schorre stem: “Iederéén zit in de bus, dus we kunnen
vertrekken”. Ik zou graag hebbe dat jullie tijdens de busrit fluisteren. Wie
dat niet doet mag vanavond eens bij mij langskomen en dan geef ik de gepaste
straf.
Daar gaan we
dan, tien dagen zonder ouders!
Summer gniffelt.
Al de kinderen juichen. Op
naar zee!!!
-Wat heb ik gezegd
schreeuwt juffrouw Isabelle Hazel: stilte!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten